Perfect in Duitse werkwoorden

Waaraan denkt u bij de Duitse grammatica? Waarschijnlijk meteen aan het trefwoord naamvallen en aan de ingewikkeldheid van dat fenomeen. De beroemde en beruchte rijtjes die beginnen met ‘der, des, dem, den’, enzovoort.

Maar grammatica is meer dan alleen de verschijningsvormen van het lidwoord. Heel belangrijk in elke taal zijn de werkwoorden in de juiste persoons- en tijdvorm. Raar genoeg hoor je daar weinig over als het gaat over de ingewikkelde Duitse grammatica. Waarom? Omdat deze vormen in de basis sterk lijken op de Nederlandse. Maar juist bij het zakelijk Duits zijn er ook uitzonderingen.

Automatisch de juiste vorm
Wie Nederlands spreekt, vervoegt Duitse werkwoorden vaak automatisch op de juiste manier. Zo wordt ‘hij komt’ vaak op taalgevoel al ‘er kommt’ zonder dat er lang over nagedacht is. Zelfs onregelmatige vormen gaan vaak goed – zoals ‘ich kann’ of ‘ich habe geschrieben’. De vervoeging van de werkwoorden volgt voor ons een bekend schema. In de derde persoon enkelvoud (hij/zij/het) staat een -t aan het einde en de vorm voor de eerste en derde persoon meervoud (wij/ zij) komt overeen met het hele werkwoord. De sterke werkwoorden zijn voor meer dan 90% dezelfde als in het Nederlands en volgen ook een soortgelijk vervoegingspatroon.

Maar er zijn natuurlijk ook verschillen: de uitgangen voor de du-vorm (jij) en de ihr-vorm (jullie) zijn anders dan in het Nederlands. Een deel van de sterke werkwoorden wijkt ook in de tegenwoordige tijd al af (‘hij geeft’ wordt ‘er gibt’) en ook de hulpwerkwoorden moet je echt leren.

Werkwoordtraining loont
In vergelijking met andere talen, bijvoorbeeld Frans of Spaans, zijn de werkwoorden in het Duits redelijk behapbare leerstof. Daarom kijken we in een taaltraining Duits als eerste naar de werkwoorden.
Veel mensen zeggen bijvoorbeeld ‘ich woll’, hoewel het in het Duits net zoals in het Nederlands ‘ich will’ is. Of ze verwarren ‘möchte’ met ‘dürfen’ omdat ze aan het Nederlandse ‘mogen’ denken. Juist woorden die we in zakelijke gesprekken vaak tegenkomen, ‘gaan’ in het Duits net een beetje anders. We willen natuurlijk niet dat er misverstanden ontstaan vanwege een verkeerde woordkeuze.

Geen gedoe met werkwoordstijden
Eén ding is trouwens heel makkelijk in het Duits: de werkwoordstijden. Je kunt voor de toekomende tijd een hulpwerkwoord gebruiken ‘ich werde morgen kommen’, maar je kunt net zo goed zeggen ‘ich komme morgen’. Of je over het verleden zegt ‘gestern kam ich zu spät’ of ‘gestern bin ich zu spät gekommen’, is een kwestie van stijl, maar je drukt hetzelfde uit. Als je de tijdsvorm kiest die je in het Nederlands zou gebruiken, zit je eigenlijk altijd goed.

Misvatting
Het blijkt dat gebruik van een verkeerd lidwoord leidt bijna nooit tot misverstanden, een verkeerd werkwoord wel. Het loont dus om te focussen op de werkwoorden. Daar valt veel winst te behalen. Dus, grammatica tijdens een zakelijke taaltraining Duits hoeft niet over ‘naamvallen’ te gaan. Oef, gelukkig maar!

Geschreven door: Katja B. Zaich, Taaltrainer Duits
Lees hier meer blogs over het Duits


Taaltest

Wat is uw kennis van de Duitse taal? Doe direct vrijblijvend de taaltest!

Correct Duits leren?

Voor het leren of bijspijkeren van Duitstalige schrijf- en spreekvaardigheden kunt u diverse trainingen volgen. Altijd maatwerk, waarbij uw wensen centraal staan.

Een overzicht van ons aanbod:
Zakelijk Duits
Financieel Duits
Duits voor secretaresses
Duits voor Customer Service
Zakelijk Duits: effectief schrijven
Duits voor HR professionals
Technisch Duits

Vragen

Heeft u vragen, wilt u de mogelijkheden eens rustig bespreken of een offerte op maat ontvangen? Onze accountmanager Bas van Eck staat u graag te woord en helpt u verder! Voor een vrijblijvend adviesgesprek belt u 088 – 02 88 070 of stuur uw bericht via de contactpagina.

^

taal- en cultuurtrainer voor zakelijk succes
Welkom! Per 1 oktober 2020 gaat Interlingua door als Language Partners.
Klik om door te gaan naar de website van Language Partners.
Doorgaan
+